Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En boven over deze [ark] waren [12]de cherubijnen der heerlijkheid, die [13]het verzoendeksel beschaduwden; van welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen. 12. Deze waren twee gedaanten van engelen, met hunne hoofden naar elkander gebogen, en met hunne vleugelen elkander rakende, gelijk te zien is Ex.25:18, waartussen God aan Mozes antwoord gaf uit het opperste deel des genadestoels, gelijk betuigt wordt Num.7:89. 13. Of genadestoel, welk was het deksel der ark, waar de twee stenen tafelen der wet mede werden bedekt, en een voorbeeld was van Christus, die de wet bedekt, omdat hij voor ons onder de wet is geworden, en ons van den vloek der wet heeft verlost, gelijk Christus ook daarom met den naam van verzoendeksel, of verzoening wordt genoemd, Rom.3:25, en de engelen worden gezegd begerig te zijn om deze verborgenheden te aanschouwen; 1 Petr.1:12.